vrijdag 17 augustus 2007

Documentaire

Gisteren was er op de zender Canvas de Britse documentaire ‘Superstaten’. Het was de laatste van een vijfdelige reeks over ongewervelden en de paar keer dat ik het heb kunnen zien, was genieten van begin tot einde. In dit laatste deel toonde men beelden uit Australië (Queensland) waar mieren hun grondnest hadden gebouwd in de mangrove waar het waterpeil wordt bepaald door eb en vloed van de oceaan. Zodra het water zich heeft teruggetrokken, werken de mieren (het gaat hier om Polyrhachis constricta of P. sokolova) zich naar buiten en gaan meteen op zoek naar voedsel. Wanneer het weer vloed wordt, keren ze terug naar het nest en brengen het broed, dat zij tijdens de eb-periode naar hoger gelegen (warmere) delen van het nest hadden gebracht, naar dieper gelegen nestkamers die ingericht zijn als een soort duikersklok. Wanneer ik dit zie, kan ik een ‘Waarom?’ niet onderdrukken. Waarom maken deze mieren het zichzelf zo moeilijk? Telkens weer bij eb snel de uitgangen vrij maken, voedsel zoeken, broed naar de oppervlakte brengen om bij de aankomende vloed van het zeewater weer alles naar veiliger holletjes te brengen. Nu zijn er nog wel mieren (o.a. Myrmica gallienii) die waterminnend zijn en die lange perioden van overstroming kunnen overbruggen maar deze twee Australische soorten blijken in dit opzicht wel uniek te zijn. Een tweede mier die werd in beeld gebracht was een oogstmier in de woestijn van Arizona (Sonoran dessert?), waarschijnlijk een soort van het genus Pogonomyrmex. Bij het aanbreken van de dag gaan deze mieren ijverig op zoek naar de schaarse zaden die in de woestijn te vinden zijn. Zij doen dit zo snel mogelijk om zich in het nest te kunnen terugtrekken als de temperatuur te hoog oploopt. Nu delen zij hun foerageergebied met een andere soort knoopmier, vermoedelijk Aphaenogaster die pas actief wordt als de zon ondergaat. In de voedselcompetitie komt deze tweede mier dus op het veld aan als het grootste deel van de zaadoogst reeds werd binnen gehaald door de dagactieve oogstmieren. Er valt dan in dit dorre gebied nog weinig te halen. Als het al te gortig wordt, gaan de nachtactieve oogstmieren de nestingangen van de concurrerende buren afsluiten met kleine steentjes en takjes zodat zij bij het aanbreken van de volgende dag eerst hun handen vol hebben met het openmaken van hun nestopeningen. Op deze manier rest er hen minder tijd om granen te oogsten en blijft er meer voedsel beschikbaar voor de werksters van de nacht! Mooi toch! Jammer dat ik geen kopie heb van deze documentaires, ze waren gewoon prachtig

Geen opmerkingen:

Een reactie posten