woensdag 27 mei 2009

Inventief



Van een expeditie in het Braziliaanse Amazonewoud bracht prof. James Trail onder andere enkele 2 mm grootte knoopmiertjes mee die Mayr in 1878 vereerde met de naam Allomerus decemarticulatus. Of prof. Trail bij zijn inzameling ook oog had voor de merkwaardige wijze waarop deze miertjes een prooi verschalken, is niet op te maken uit de beschikbare gegevens. We hebben dan ook tot 2005 moeten wachten op de publicatie van Alain Dejean et al. in Nature om kennis te nemen van een prachtig natuurlijk fenomeen. Het is voor het eerst dat beschreven werd dat mieren in groep een val bouwen om grote prooien te vangen die anders aan hun aanval zouden ontkomen. Om dit doel te bereiken, bouwen de mieren op hun gastplant (o.a. Hirtella physophora) een platform dat bestaat uit haartjes van de plant en een schimmel. Eerst worden op een tak de meeste haartjes afgebeten en aan de resterende opstaande haartjes wordt een galerij opgehangen die is opgebouwd met de afgebeten haartjes en een substantie die de mieren uitbraken. In dit platform worden gaten gemaakt die een iets grotere diameter hebben dan de kop van een mier zodat ze gemakkelijk in en uit de galerij kunnen kruipen. Deze constructie wordt versterkt door een zwarte schimmel die de mieren rondom de openingen aanbrengen en die zichzelf van daaruit over het ganse platform verspreidt.. Op deze wijze hebben de mieren een val geconstrueerd die ze gezamenlijk gaan gebruiken om grote prooien te vangen. Daartoe bezetten de mieren met geopende kaken de gaten in het platform en wachten geduldig tot er een prooi terechtkomt op deze namaakschors. De mieren bijten zich met hun kaken vast aan poten, sprieten, vleugels en andere uitsteeksels en beginnen de prooi uit te strekken tegen de oppervlakte van het platform. Om dit doel te bereiken worden door de mieren tegenovergestelde posities in de gaten ingenomen. Wanneer het slachtoffer uitgerekt tegen het platform ligt, wordt het belaagd door meerdere mieren die met hun angel gif inspuiten tot de prooi sterft. Door weer andere posities in de gaten in te nemen maar nu in dezelfde richting wordt de gedode prooi dan naar de nestingangen gesleept om daar in stukken te worden gebeten. Op deze wijze worden door een gezamenlijk initiatief prooien bemachtigd die tot 18OO maal meer wegen dan een enkele mier of een gewicht hebben dat overeenkomt met dat van de ganse mierenkolonie. Bij deze studie werd ook een duidelijk verband aangetoond tussen de aanwezigheid van domatia in de plant (‘huisjes’ van lat. domus = huis), de schimmel en de mieren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten